Ik dacht aan sterven, omdat een zwartstaartmeeuw kauwde op de pier
Pik op mijn verleden dat drijft en verdwijnt op de golven, vlieg vervolgens weg
Ik dacht aan sterven, omdat de abrikozenbloesems bloeiden op mijn verjaardag
Als ik dutte onder het licht dat door de bladeren scheen, zou ik dan terugkeren tot de aarde samen met de overblijfselen van insecten?
Pepermunt snoep, de vuurtoren in de vissershaven, een roestige boogbrug, de fiets die ik weggooide
Een hart dat niet op reis kan gaan, verblijft voor de kachel van een houten treinstation
Vandaag is net gisteren Ik moet vandaag veranderen om morgen te veranderen
Ik weet het, ik weet het, maar
Ik dacht aan sterven, omdat mijn hart leeg werd
Ik denk dat ik huil over het onvervuld zijn, omdat ik vervuld wil zijn
Ik dacht aan sterven, omdat mijn veters los waren
Ik ben niet goed in het strikken ervan, net zoals ik niet goed ben in mezelf verbinden met mensen
Ik dacht aan sterven, omdat een jongen naar me staarde
Ik kniel me neer op bed, waar ik me verontschuldig tegenover mijzelf van die dag
Het vage licht van mijn computer, het huishoudelijk geruis van de kamer boven
De deurbel intercom zoemt, de jongen in de vogelkooi bedekt zijn oren
Strijdend tegen een onzichtbare vijand, een Don Quixote in een kamer van 6 tatamimatten
Hetgeen wacht aan de eindstreep zal hoe dan ook vreselijk zijn
Ik dacht aan sterven, omdat me werd verteld dat ik koudbloedig ben
Ik huil dat ik liefgehad wil worden, omdat ik de warmte van menselijke aanraking ontdekte
Ik dacht aan sterven, omdat jij zo prachtig lacht
Ik denk dat ik altijd aan sterven denk omdat ik het leven te serieus neem
Ik dacht aan sterven, omdat ik je nog niet had ontmoet
Ik vind de wereld een klein beetje leuker, omdat ze jouw in de wereld heeft gebracht
Ik zal meer hoop leggen in deze wereld, omdat er iemand als jij erin leeft