Afscheid, evenals eenzaamheid,
Is zoals het koor van zingende cicaden
Schreeuwend tot het einde van hun levens
Enkel om te verdwijnen
Meer, meer en meer
Ik wil zinken
Op deze plek is er geen geluid meer
Toch blijft warmte achter
Door de zomer m’n rug toe te keren, word ik schuim
Zoals De Kleine Zeemeermin
Waarom, waarom, waarom
Voel ik me zo comfortabel?
Ik geef de waterplanten een kus
Ik verlang naar de adem die ik niet meer heb
Tot het punt dat er geen zomer meer is
Blijft kou achter
Ik kan niet meer terug gaan
En dit is niet meer mijn plek
Door de voorbijgaande dagen weg te spoelen
Sprak ik over mijn herinneringen
Ik neem de smaak van de zomerwolken waar
Het schijnt dat ik al gestorven ben
Verhuld in een stofwolk
Kan ik je zien huilen
Afscheid, evenals eenzaamheid,
Is zoals het koor van zingende cicaden
Schreeuwend tot het einde van hun levens
Enkel om te verdwijnen